Geschiedenis van ‘t Biokot

Met dank aan H. Leirs

In het midden van de jaren 1970, kort na de oprichting van de UIA, werd aan elk van de verschillende studentenkringen een lokaal toegewezen in het Officiersgebouw op Fort 6. Tegen 1981 maakten enkel Fabiant (Biologie) en UFKA (Farmacie) nog gebruik van deze lokalen.

In 1982 werd een nieuwe bestemming gegeven aan het Officiersgebouw (Vlaamse tennisschool) en de twee overblijvende studentenkringen kregen de keuze tussen het reeds ingerichte maar kleine wachtlokaal naast de ingang van het fort, en een grotere maar nog amper ingerichte ruimte in de hangar naast het Konijnenkot (door de UIA Sociale dienst uitgebate fuifzaal). In overleg kreeg Fabiant deze laatste ruimte toegewezen met bijkomende ondersteuning van 10.000 Belgisch frank vanuit UIA voor de inrichting. Aangezien de ruimte nog open was tot aan het buitendak, werd de subsidie grotendeels besteed aan de plaatsing (door biologiestudenten zelf) van een vals plafond en het plaatsen van de toog (waar eerdere gebruikers van het lokaal ooit al aan metselwerk aan begonnen waren).

In de jaren daarna werd dit “Biologenkot” (later veranderde de naam in Biokot) stilaan verder uitgebouwd, met door Fabiant zelf bijeengebrachte financiële middelen en veel inzet van opeenvolgende studentengeneraties. In de loop der jaren werd o.a. de toog uitgebreid met een tapinstallatie, er werd muren gemetst en afgebroken, opslagruimte gecreëerd bij de ingang, later naast de toog. er werden gaskachels geplaatst (en later ook weer verwijderd), deuren en ramen werden hersteld, er kwam een podium. Meubels werden bijeengezocht of aangekocht. Na het stopzetten van de exploitatie van het Konijnenkot in 1995, werd het sanitair (tot dan gemeenschappelijk gebruikt) rechtstreeks verbonden met het Biokot. In 1999 werd het oude valse plafond in vezelplaat, dat ondertussen begon door te zakken, verwijderd en vervangen door een hogere en betere constructie. In 2015 werden nog een aantal verbeteringen doorgevoerd (ditmaal door de technische diensten van de universiteit) om te voldoen aan een aantal reglementaire bepalingen.

Het Biokot werd gebruikt voor alle activiteiten van Fabiant: van TDs en cantussen tot praesidiumvergaderingen, spaghetti-avonden, voordrachten, café-avonden, gezelschapsspelen, nieuwjaarsfeesten, recepties en fuiven na doctoraatsverdedigingen… Ook de jaarlijkse personeelsbarbecues van het Departement Biologie gingen (tot aan COVID) nog steeds door in het Biokot. Verschillende Visitatiecommissies Onderwijs benadrukten in hun rapport de meerwaarde van het bestaan van dit clublokaal voor de opvallend goede sfeer tussen studenten en academisch personeel in de Antwerpse biologie-opleiding.

Hoewel het Biokot te klein was voor TD’s van grotere clubs was er veel interesse van andere studentenverenigingen om het te gebruiken voor activiteiten met minder volk, zoals cantussen. Zeker in de periode dat de Hagar nog niet bestond werd het Biokot verschillende keren per week gebruikt door andere clubs. De clubs betaalden hiervoor een vergoeding aan Fabiant (ver onder de prijs die ze zouden moeten betalen voor een commerciële zaal) en biologiestudenten zorgden tegen betaling ook voor opkuis na de activiteiten om op die manier de clubkas verder te spijzen voor het onderhoud van het lokaal.

Het dient te worden opgemerkt dat het Biokot ondertussen reeds 40 jaar onafgebroken gebruikt en onderhouden is door Fabiant, en zo op zich al een deel is geworden van het UAntwerpen erfgoed